Dag 97 'Mijn tafeltje in de Zon'
Verbazing en verontwaardiging ontstaan als participeren in mijn gedachte: 'U kunt ook eerst netjes vragen of er aan MIJN tafeltje plek is. Of dat het geoorloofd is om hier plaats te nemen. Bah, zomaar ongevraagd plaats nemen. Later observeer ik de dame die smakelijk aan haar ijsje likt. Even later geef ik haar ongevraagd MIJN servet omdat ijs over haar hand druipt. 'Heeft uzelf een servet vraagt ze mij vriendelijk'. Maar waarom observeer ik mijn gedachten eigenlijk?
In het verleden heb ik vaker het verwijt gekregen 'denk niet zo moeilijk'. Of 'niet zo zeuren en geregeld kreeg ik van anderen het advies om minder te denken'. Alsof zij niet dachten. Ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn gedachten, gevoel en emoties en mijn gedrag dat hieruit ontstaat als in mijn innerlijk gewaarzijn wat ik als uiterlijk gewaarzijn uitstraal. In mijn gedachten ontstaat hierdoor ongelijkheid.
Bewust en beheerst alvorens te reageren volgt een vriendelijk gesprek met de dame nadat ik haar een servet heb overhandigd. Want uiteindelijk om een kort verhaal niet onnodig lang te maken ik heb als in mezelf aanvaard en toegestaan mijn reactie op haar gedrag 'zij neemt zonder toestemming plaats' waarop het woord verontwaardiging in mezelf opkomt. Deze herinnering is ergens als gebeurtenis binnen een context in mezelf opgenomen.
Ik vergeef mezelf als in mezelf aanvaard en toegestaan de gedachte ongevraagd zonder toestemming komt u hier zitten. U kunt ook eerst netjes vragen of er aan mijn tafeltje plek is en of dat het geoorloofd is om hier plaats te nemen. Bah, zomaar ongevraagd plaats nemen.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben dat ik in mijn gedachten ongelijkheid ten aanzien van de dame genereer.
Ik vergeef mezelf toegestaan en aanvaard te hebben als participeren in mijn gedachten verbazing en lichte verontwaardiging genereer als innerlijk gewaarzijn.
Reacties
Een reactie posten